• bavel_7321_seminarie.jpg
  • dsc05798_2012_vriendendag.jpg
  • HD_afb1.jpg
  • HD_afb2.jpg
  • HD_afb6.jpg
  • HD_afb7.jpg
  • HD_AFBT1.JPG
  • HD_AFBT7.JPG
  • HD_AFBT14-1.JPG
  • HD_AFBT15.JPG
  • koe_brandrood_gemert.jpg
  • raamsdonk2.jpg
  • vijverhoeve1.jpg
  • vl-schuur1.jpg
  • vlijmen_hof_2012.jpg

Functies van de Vlechtheg

De oorspronkelijke vlechtheggen bestonden meestal uit doornige struiken, met name meidoorn, die met een speciale techniek in elkaar werden gevlochten om de heggen ondoordringbaar te maken voor het vee.

Heggenvlechten werd dus niet gedaan om de randen van akkers en weilanden te verfraaien. Overigens zijn er wel situaties te noemen waarbij het vlechten wel een esthetische functie had. Met name in tuinen van landgoederen en kloosters werden wel siervlechtwerken in heggen aangelegd. Het vlechten van heggen heeft in het verleden niet alleen in Nederland maar in geheel West Europa, met name in Engeland, Duitsland, België en Frankrijk, een belangrijk functies gehad. De 3 belangrijkste redenen waarom onze voorouders heggen gingen vlechten en ze daardoor ondoordringbaar maakten voor het vee, waren: 

1. Bescherming van akkers tegen loslopend vee en wild

2. Bescherming van hout op singels en wallen tegen veevraat

3. Uitbreken van het vee uit weilanden te voorkomen

De heggenvlechter
Het heggenvlechten was een speciaal ambacht dat gedaan werd door de boer, de boerenzoons of boerenknechten. Daarnaast waren er mensen die zich gespecialiseerd hadden in dit vlechtambacht en in de winter bij boeren de heggen vlochten. Deze heggenvlechters, ook wel heggenleier of heggenlegger genoemd, waren vaak keuterboeren die als aanvulling op de inkomsten uit het boerderijtje gingen vlechten. In de zomer verhuurden zij zich dan vaak als gras- en graanmaaier. Zij gebruikten speciaal gereedschap om te kunnen vlechten. Met de hiep of handslagmes hakte hij de stammen en takken half door, zodat ze gebogen konden worden. De halve maan (of heggenzwaard of heggenbaard) op een steel van ca. 1,50 meter gebruikte de heggenvlechter om overtollige takken op hoogte door te kunnen hakken.

 

Andere functies van heggen
Heggen hadden primair de functie van veekering. Voor dit doel zijn de meeste heggen in de Middeleeuwen aangeplant. Maar in de loop der tijden ontdekten de boeren dat een heg ook meer nuttige functies had.

 

Perceelafbakening
De heggen werden op de perceelgrens aangelegd. Omdat een heg honderden jaren op dezelfde plek staat en voor iedereen duidelijk zichtbaar is, was het een perfecte perceelafbakening. Heggen konden niet verplaatst worden wat wel het geval was met grensstenen en andere hulpmiddelen. Dus conflicten over de vraag waar de scheiding van een perceel lag, kwamen hier niet voor. De grens lag precies bij de heggenvoet en de heg was eigendom van beide eigenaren.

 

Houtproductie
Men zou niet verwachten dat een heg bruikbaar hout produceert. Maar de tijden zijn anders geweest. In de Late Middeleeuwen was er gebrek aan hout. Men had eeuwenlang de bossen gekapt of er vee in geweid waardoor de oppervlakte bos drastisch gekrompen was. En hout was van levensbelang en werd voor vele doeleinden gebruikt. Als timmerhout, brandhout en geriefhout. De overgebleven bossen waren in bezit van de adel, die haar bossen voor de jacht in gebruik had en geen verdere houtkap toestond. Alternatieven voor hout waren er toen nog niet. De heggen leverden alle acht tot twaalf jaar uitstekend brandhout voor kachel en oven in verschillende maten. De knotbomen die in de heggen stonden, werden periodiek geknot en leverden vlecht- en geriefhout. De opgaande eiken, essen en iepen die men oud liet worden, leverden uitstekend hout voor duurzame constructiewerken (eikenspanten), het vervaardigen van meubels en hout voor in de scheepsbouw (iep) en zaaghout (es).

 

Vasthouden van vruchtbaar slib
Dit geldt alleen voor rivier- en beekdalen. Vóór het aan banden leggen van de beken en rivieren overstroomden zij bijna elk jaar. De rivier of beek voert fijne leemdeeltjes uit de bovenstroomse gebieden met zich mee. Het water wordt afgeremd door de vele hoge heggen en komt tot stilstand waardoor de fijne deeltjes konden bezinken. Op deze wijze werd al duizenden jaren vruchtbaar slib achtergelaten, waardoor zich een metersdikke kleilaag heeft gevormd. Deze leemhoudende slib is zeer vruchtbaar. Boeren hoefden daardoor de weilanden langs de beken en rivieren amper of niet te bemesten. Dit was in tijden dat mest een schaars en kostbaar product was een zegening. Deze boeren konden de mest inzetten op hun akkers en haalden daardoor de hoogste producties.

 

Verbetering microklimaat
De meeste weitjes in de heggenlandschappen waren klein. Daardoor was de dichtheid aan heggen groot. Bij deze dichtheden worden de koude winden tussen al deze heggen flink afgeremd. Dit heeft als groot voordeel dat de gemiddelde temperatuur tussen de heggen in de weilanden enkele graden hoger is dan in hegloze gebieden. Dit heeft een positieve invloed op de groei van het gras. Daarnaast droogt de grond minder snel uit, wat de grasproductie ook gunstig beïnvloedt. Een nadeel van de heggen is dat ze schaduw geven aan de noordzijde van de heg. Daar groeit dan minder gras en wordt het hooi pas later droog. Voor de oude boeren woog dit nadeel ruimschoots op tegen de grote voordelen. De schaduwwerking van de heg is daarentegen gunstig in tijden van langdurige droogte, omdat daar nog gras blijft groeien.

 

Welzijn van het vee
Heggen, en vooral de hoge, leveren schaduw aan de noordoost- tot noordwestzijde. Op warme zomerdagen met felle zon kiest het vee ervoor een plekje op te gaan zoeken in de schaduw. Omdat weitjes aan vier zijden omgeven worden door heggen is er altijd wel ergens een plek met schaduw onder een heg te vinden. Hetzelfde geldt voor regen, hagel en storm. Dan zoekt het vee een plek in de luwte van een heg die het meeste beschutting geeft tegen de regen en wind. Dit alles heeft een positief effect op het welzijn en de gezondheid van het vee. Een boom in een heg geeft hetzelfde positieve effect.

 

Overige producten uit de heg
Boeren verzamelen al eeuwen bessen uit de heg. De sleedoornbessen werden op brandewijn gezet en leverden na een half jaar een lekkere sleedoornbrandewijn. Van bramen, vlierbessen en rozenbottels maakte men jam. Jonge struikjes van de wilde rozen werden uit de heg gestoken en dienden als onderstam voor de veredeling. Ook plukten rozenkwekers op grote schaal rozenbottels om op de kwekerij uit te zaaien en op te kweken tot wilde rozenstruikjes. Deze roosjes dienden ook als onderstammen voor alle soorten tuinrozen.

 

Verlies van oude functies en verkrijgen van nieuwe functies
Door de komst van het prikkeldraad aan het begin van de vorige eeuw verloren de heggen de functie van veekering en werden op grote schaal gerooid. Daarnaast werd brand- en geriefhout minder belangrijk. De heggen en houtwallen die nog bleven bestaan onderhield men niet of slecht en gevlochten heggen zag men nergens meer. Gelukkig heeft de mens steeds meer waardering gekregen voor de heg om zijn veelzijdige en hoge natuur-, cultuur- en landschapswaarden.

Website: © 2024 Loos Projectmanagement